• bul·le·tin
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kort bericht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1816 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord bulletin bulletins
verkleinwoord

het bulletino

  1. kort nieuwsbericht
    • Ik luister voor ik ga fietsen altijd eerst naar het weersbulletin. 
  2. tijdschrift
    • Hij richtte met gelijkgestemden de Werkgroep Biografie op, om biografen met elkaar in contact te brengen. In Biografie bulletin schreef hij een lange reeks artikelen waarin hij de Nederlandse biografen bekend probeerde te maken met de stand van hun vak in het buitenland, vooral in Engeland. Tevreden zag hij in de daaropvolgende jaren hoe Nederland werd overspoeld door een grote hoeveelheid biografieën.[2] 
95 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[3]


bulletin

  1. openbaar overzicht, verslag van gebeurtenissen, evenementen, e.d.
  2. nieuwsbericht
99 % van de Amerikanen;
100 % van de Britten.[2]
  1.   Weblink bron bulletin in: Oxford English Dictionary, Second edition (1989) op oed.com
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be


  • bul·le·tin

bulletin m

  1. kort overzicht, rapport (over de stand van zaken)
  2. nieuwsbericht
  3. stembriefje
  4. (school)rapport