hale
- Werkwoord: afkomstig van het Oudnoordse woord hala, dat van het Nederduitse woord halen komt
- Zelfstandig naamwoord: afkomstig van het Oudnoordse woord hali
Naar frequentie | 4316 |
---|
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
hale |
haler |
halede |
halet |
volledig |
hale
- (langzaam en gelijkmatig) trekken, eruittrekken
- (figuurlijk) eruit halen
- (figuurlijk) slepen
- halen
hale, g
- (zoötomie) staart (van een dier)
- (anatomie) achterwerk, billen, kont, zitvlak
- (astronomie) staart (van een komeet)
- (figuurlijk) achterdeel, achterkant (b.v. van een trein of een vliegtuig)
- (figuurlijk) een staartachtige streep of rij (b.v. van kinderen)
- [1]: legemsdel
- [1]: lunte
- [1]: busket hale
een dichtbegroeide staart
- [1]: kort hale
een korte staart
- [1]: lang hale
een lange staart
- [1]: logre med halen
kwispelen met zijn staart
- [1]: binde i halen på
een financiële steun verlenen aan
- [1]: krølle på halen (historien, ..)
clou, topper (in een verhaal, in een gevecht, ...
- [1]: stikke halen mellem benene
de staart tussen de benen trekken
- [2]: bide sig selv i halen
je heel erg ergeren aan een eigen fout
- [2]: falde på halen
diep onder de indruk zijn
- [2]: hverken hoved eller hale
[5]: uden hoved eller hale
[5]: uden hoved og hale
krakkemikkig in elkaar zitten
zonder concept en structuur
zonder concept en structuur
- [2]: sætte sig på halen
vallen, zodat je landt op de billen
- [5]: i halen af
i halen på
direct achterna
- Werkwoord: afkomstig van het Oudnoordse woord hala, dat van het Nederduitse woord halen komt
- Zelfstandig naamwoord: afkomstig van het Oudnoordse woord hali
Naar frequentie | 6293 |
---|
vervoeging | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs | hale | hale |
tegenwoordige tijd | haler | haler |
verleden tijd | hala halet |
halte |
voltooid deelwoord |
hala halet |
halt |
onvoltooid deelwoord |
halende | halende |
lijdende vorm | hales | hales |
gebiedende wijs | hal | hal |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak | Klasse 2 zwak |
opmerking | optioneel |
hale, m
- (zoötomie) staart (van een dier)
- (anatomie) achterwerk, billen, kont, zitvlak
- (astronomie) staart (van een komeet)
- «Kometen har en lang, lysende hale.»
- De komeet heeft een lange, lichtgevende staart.
- «Kometen har en lang, lysende hale.»
- (figuurlijk) achterdeel, achterkant (b.v. van een trein of een vliegtuig)
- (figuurlijk) een staartachtige streep of rij (b.v. van kinderen)
- [1]: vedheng
- [1]: logre med halen
kwispelen met zijn staart
- [1]: stikke halen mellem beina
de staart tussen de benen trekken
ook: zich beschaamd terugtrekken
ook: zich beschaamd terugtrekken
- [2]: sette seg på halen
zich op de billen zetten
- Werkwoord: afkomstig van het Oudnoordse woord hala, dat van het Nederduitse woord halen komt
- Zelfstandig naamwoord: afkomstig van het Oudnoordse woord hali
vervoeging | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs | hale hala |
hale hala |
tegenwoordige tijd | halar | haler |
verleden tijd | hala | halte |
voltooid deelwoord |
hala | halt |
onvoltooid deelwoord |
halande | halande |
lijdende vorm | halast | halast |
gebiedende wijs | hal hala hale |
hal |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak | Klasse 2 zwak |
opmerking | optioneel | optioneel |
hale m
- (zoötomie) staart (van een dier)
- (anatomie) achterwerk, billen, kont, zitvlak
- (astronomie) staart (van een komeet)
- «Kometen hadde ein lang, lysande hale.»
- De komeet had een lange, lichtgevende staart.
- «Kometen hadde ein lang, lysande hale.»
- (figuurlijk) achterdeel, achterkant (b.v. van een trein of een vliegtuig)
- (figuurlijk) een staartachtige streep of rij (b.v. van kinderen)
- [1]: vedheng
- [1]: halefjør
- [1]: logre med halen
kwispelen met zijn staart
- [1]: stikke halen mellem beina
de staart tussen de benen trekken
ook: zich beschaamd terugtrekken
ook: zich beschaamd terugtrekken