Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bil·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
billen
bilde
gebild
zwak -d volledig

Werkwoord

billen

  1. overgankelijk, (molenaarsambacht) het aanscherpen van de groeven in de molenstenen
    • De stenen moeten gebild worden en dat is een tijdrovend karwei. 
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

de billenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bil

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen


Deens

Woordafbreking
  • bil·len

Zelfstandig naamwoord

billen, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van bille


Noors

Woordafbreking
  • bil·len

Zelfstandig naamwoord

billen, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van bille