-ie
Huidig bestand |
---|
282 |
- -ie
- [1] Als een variant van -ij, van het Middelnederlandse -ie, dat geleend is uit Oudfrans -ie, van het Latijnse -ia, van het Oudgriekse -ια (-ia) [1]
- [2] Zuidhollandse, vooral Rotterdamse variant van het achtervoegsel -tje [2], ook in het Zuidafrikaans, -ie.
-ie
- v vormt uit een bijvoeglijk naamwoord een zelfstandig naamwoord als abstracte aanduiding van de eigenschap die dat bijvoeglijk naamwoord uitdrukt
- o (informeel) ter vorming van (het enkelvoud van) verkleinvormen
1. voorbeelden met dit voorvoegsel
2. voorbeelden met dit voorvoegsel
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Marc van Oostendorp“De onbeschaafde ie” op vanoostendorp.nl