bufie
- bu·fie
het bufie o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord buuf
- Voor altijd missen wij nu onze lieve bufie A. Jongedijk [1]
- Het woord bufie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Noordenbos-v.d. Wal, A.rouwbericht in Leeuwarder Courant jrg. 241 nr. 94 (21 april 1992); p. 10 kol. 4 (7); geraadpleegd 2018-07-13