• pre·fe·ren·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord preferentie preferenties
verkleinwoord

de preferentiev [3]

  1. het hebben van een voorkeur
    • Bovengenoemde ontwikkelingen doen zich vooral voor aan de vraagzijde van de arbeidsmarkt, maar sluiten deels ook aan bij een toenemende individualisme van de kant van medewerkers. Vooral de hoogopgeleiden hechten aan steeds meer aan een meer flexibele en competitieve omgeving die hen in staat stelt zich verder te ontwikkelen en te onderscheiden. Zij vertonen een sterke preferentie voor individualiteit en zelfexpressie en willen dat binnen de organisatie beloond zien. [4] 
    • Minder studierichtingen in het secundair onderwijs, wordt ook door iedereen gedeeld, zolang de studierichting van de eigen preferentie maar niet sneuvelt. [5] 
    • Het Frans mag dan wel de meest gekende taal zijn, toch is er een “duidelijke preferentie van het Nederlands op het Frans”, zo staat te lezen in het onderzoek. [6] 
97 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[7]