• pre·fe·ren·ti·eel
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen preferentieel preferentiëler preferentieelst
verbogen preferentiële preferentiëlere preferentieelste
partitief preferentieels preferentiëlers -

preferentieel

  1. met voorkeur, met voorrang
    • Aandeelhouders van SnowWorld die woensdag voor het sluiten van de beurs aandelen SnowWorld hebben gekocht (en gehouden) krijgen een preferentieel toewijzingsrecht. Dat maakte de uitbater van skihallen donderdag bekend. Dit preferentieel toewijzingsrecht, dat niet overdraagbaar en niet verhandelbaar is, geeft recht op inschrijving en gegarandeerde toewijzing van één nieuw aandeel tegen betaling van de uitgifteprijs per nieuw aandeel. [1] 
    • Amerikaanse functionarissen maakten gisteren duidelijk dat Washington alle wegen blijft bewandelen om de Europese telecommunicatiesector open te breken. Eerder sloot Washington al een apart akkoord met Duitsland, waarbij Bonn toezegde de preferentiële behandeling voor eigen ondernemingen te stoppen. [2] 
83 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[3]