worst
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- worst
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘met vleeswaar gevulde darm’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | worst | worsten |
verkleinwoord | worstje | worstjes |
Zelfstandig naamwoord
- (voeding) een toegebonden eind darm of vlies dat gevuld is met vleeswaar
- Mag ik een blikje worstjes openmaken?
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
- iemand een worst voorhouden
iemand iets prettigs of aangenaams in het vooruitzicht stellen; iemand beloven dat er iets fijns gaat gebeuren
- In 1827 kreeg Reuvens eindelijk geld en toestemming, maar pas nadat hij de koning een worst had voorgehouden: op het landgoed Arentsburg bij Voorburg was ooit een grote bronzen hand gevonden, dus wie weet lag daar een groot Romeins keizerbeeld[2]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een toegebonden eind darm of vlies dat gevuld is met vleeswaar
Gangbaarheid
- Het woord worst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "worst" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "worst" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ NRC Theo Toebosch 11 mei 2018 Rijksmuseum van Oudheden: 200 jaar graven naar schatten in de grond
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Bijvoeglijk naamwoord
worst