plokworst
- plok·worst
- Leenwoord uit het Nederduits, in de betekenis van ‘gerookte worst’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1929 [1]
- samenstelling van pluk ww en worst zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plokworst | plokworsten |
verkleinwoord | - | - |
- (voeding) gerookte (in de buitenlucht) gedroogde worst van grof rundvlees zonder zeen, vet varkensvlees en spek beiden grof gehakt
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord plokworst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "plokworst" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ plokworst op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).