pluk
- pluk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pluk | plukken |
verkleinwoord | plukje | plukjes |
- uitgetrokken bundeltje
- Tijdens de vechtpartij verloren beide meisjes een pluk haar.
- het plukken
- Vaak helpen buitenlanders mee met de pluk van fruit.
2. het plukken
vervoeging van |
---|
plukken |
pluk
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plukken
- Ik pluk.
- gebiedende wijs van plukken
- Pluk!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plukken
- Pluk je?
- Het woord pluk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pluk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /plœk/
- Afgeleid van het Nederlandse plukken
pluk
pluk m
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- IPA: /plʊk/
- pluk
- Afgeleid van het Proto-Slavische *pъlkъ
- (militair) regiment; een legereenheid, afdeling van de strijdkrachten
- «Na cestě k Lípě stáli posléz proti sobě 49. pluk pruský a 49. pluk rakouský.»
- Op de weg naar Lípa stonden het Prusische 49e regiment en het Oostenrijkse 49e regiment tegenover elkaar.
- «Na cestě k Lípě stáli posléz proti sobě 49. pluk pruský a 49. pluk rakouský.»
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | pluk | pluky |
genitief | pluku | pluků |
datief | pluku | plukům |
accusatief | pluk | pluky |
vocatief | pluku | pluky |
locatief | pluku | plucích |
instrumentalis | plukem | pluky |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch / Duits)