Nederlands

 
Appelbloesem
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ro·zen·fa·mi·lie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rozenfamilie rozenfamilies
verkleinwoord rozenfamilietje rozenfamilietjes

Zelfstandig naamwoord

de rozenfamiliev

  1. (bloemplanten) een grote familie Rosaceae   van tweezaadlobbige planten met 3000–4000 soorten in 100–120 geslachten
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)


Gangbaarheid

Meer informatie