kleinbloemige roos
- (IPA in voorbereiding)
- klein·bloe·mi·ge roos
- verbinding van kleinbloemige en roos
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kleinbloemige roos | kleinbloemige rozen |
verkleinwoord | kleinbloemig roosje | kleinbloemige roosjes |
- (bloemplanten) Rosa micrantha een struik uit de rozenfamilie (Rosaceae ) die vooral voorkomt op kalkhoudende bodem in gematigde streken van Europa en Noord-Afrika
- rozenfamilie, zaadplanten, fabiden, rosiden, 'nieuwe' tweezaadlobbigen, bedektzadigen, landplanten, planten
- Het woord 'kleinbloemige roos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] kleinbloemige roos in het Nederlands Soortenregister N
- [1] kleinbloemige roos op Wikidata
- [1] kleinbloemige roos op "Wilde planten in Nederland en België" ♣