Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ka·neel·roos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kaneelroos kaneelrozen
verkleinwoord kaneelroosje kaneelroosjes

Zelfstandig naamwoord

de kaneelroosv / m

  1. (bloemplanten) Rosa majalis   een roos die in het wild voorkomt van Noord-Europa en Oost-Europa tot aan Centraal-Siberië. In Nederland is de soort onder andere ingeburgerd in de duinstreek. De kaneelroos staat op de Nederlandse Rode lijst van planten   als zeldzaam en stabiel of toegenomen. De soort komt van nature voor in Europa en Zuidwest-Azië
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie