bergroos
- (IPA in voorbereiding)
- berg·roos
- samenstelling van berg en roos zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bergroos | bergrozen |
verkleinwoord | bergroosje | bergroosjes |
- (bloemplanten) Rosa glauca een struik die behoort tot de rozenfamilie (Rosaceae ). De soort komt van nature voor in de gebergten van Midden- en Zuid-Europa. De bergroos staat niet op de Nederlandse Rode lijst van planten . In Nederland is de soort, eerst aangeplant als sierplant, verwilderd en nu vrij zeldzaam in het wild
- Het woord 'bergroos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.