Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ra·non·kel·struik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ranonkelstruik ranonkelstruiken
verkleinwoord ranonkelstruikje ranonkelstruikjes

Zelfstandig naamwoord

de ranonkelstruikm

  1. (bloemplanten) Kerria japonica   een tot 3 m hoge struik, die oorspronkelijk afkomstig is uit China en Japan. De soort behoort tot de rozenfamilie (Rosaceae  ). De struik groeit in het wild vooral langs ruige, steenachtige rivierbeddingen, op bergravijnen en eindmorenen. De ranonkelstruik groeit zowel in de volle zon als in halfschaduw
Synoniemen
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie