• prompt
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vlot’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1548 [1] [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen prompt prompter promptst
verbogen prompte promptere promptste
partitief prompts prompters -

prompt [3]

  1. snel, vlot, onmiddellijk volgend op iets anders
    • Een prompt antwoord. 
  2. nauwkeurig, precies, punctueel, stipt
enkelvoud meervoud
naamwoord prompt prompts
verkleinwoord - -

de promptm

  1. (informatica) speciaal karakter op het beeldscherm dat aangeeft dat de computer klaar is om invoer te accepteren
    • Tik of klik op de prompt. 
  2. (handel) betalingstermijn
    • De prompt loopt binnenkort af. 
98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]


enkelvoud meervoud
prompt prompts

prompt

  1. geheugensteun
  2. (informatica) prompt [1]
  3. (handel) prompt [2], betalingstermijn
stellend vergrotend overtreffend
prompt prompter promptest

prompt

  1. prompt
vervoeging
onbepaalde wijs to  prompt 
he/she/it  prompts 
verleden tijd  prompted 
voltooid
deelwoord
 prompted 
onvoltooid
deelwoord
 prompting 
gebiedende wijs  prompt 

prompt

  1. overgankelijk aanzetten [5], ergens toe bewegen
  2. overgankelijk verleiden
  3. overgankelijk in herinnering brengen
  4. overgankelijk voorzeggen
  5. overgankelijk oproepen, opwekken


  enkelvoud meervoud
  mannelijk   prompt prompts
  vrouwelijk   prompte promptes

prompt

  1. prompt, snel, vlot, vlug