onttakelen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: onttakelen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ont·ta·ke·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
onttakelen |
onttakelde |
onttakeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
onttakelen
- overgankelijk (scheepvaart) het van een (zeil-)schip verwijderen of verliezen van tuig en uitrusting: masten, laadbomen, staand en lopend want, verlichting enz.
- Na zo'n lange reis werd een schip geheel onttakeld en van nieuwe tuigage voorzien.
- overgankelijk (techniek) het demonteren van een installatie
- De oude machinerie zal worden onttakeld.
Synoniemen
- [1] aftuigen, aftakelen,
- [2] afbreken, amoveren, demonteren, ontmantelen, slopen
Antoniemen
Verwante begrippen
- [1] scheepsbouw, oorlogsbodem, vrachtschip, zeiljacht, zeilschip
- [2] bedrijf, fabriek, industrie, installatie
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord onttakelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.