zeilschip
- zeil·schip
- In de betekenis van ‘schip dat door windkracht vaart’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1573 [1]
- samenstelling van zeil ww en schip
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeilschip | zeilschepen |
verkleinwoord | zeilscheepje | zeilscheepjes |
het zeilschip o
- (scheepvaart) een schip waarmee gezeild kan worden
1. een schip waarmee gezeild kan worden
- Het woord zeilschip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeilschip" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "zeilschip" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be