ontmantelen
- Geluid: ontmantelen (hulp, bestand)
- ont·man·te·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontmantelen |
ontmantelde |
ontmanteld |
zwak -d | volledig |
ontmantelen
- overgankelijk een geheel dusdanig in delen uiteennemen dat het niet meer als geheel functioneert
- De bezetter ontmantelde het gehele havenbedrijf.
- ▸ De zware tenten werden ontmanteld, matjes en slaapzakken opgerold en alle kleren in rugzakken gepropt.[1]
1. een geheel dusdanig in delen uiteennemen dat het niet meer als geheel fuctioneert
- Het woord ontmantelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontmantelen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be