• ont·man·te·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord ontmanteling ontmantelingen
verkleinwoord

de ontmantelingv

  1. het onklaar maken van iets
     Volgens de burgemeester hebben inwoners tijdens de ontmanteling van het depot waarschijnlijk wel de mogelijkheid om tijdelijk terug te gaan om hun huizen en tuinen te onderhouden.[1]
     Bouwvakkers in Sint-Petersburg waren bezig met de ontmanteling van het dak toen plots het hele stadion bezweek. Het stadion is een van de grootste arena's van Europa. Zo'n 80% van het gebouw is ingestort. Eén man kwam daarbij om het leven.[2]
  1.   Weblink bron “Inwoners Zwitsers dorpje jarenlang huis uit om oud munitiedepot” (26-02-2020), NOS
  2.   Weblink bron “Bizarre beelden: gigantisch stadion in Rusland stort in” (31-01-2020), NOS