Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slech·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slechting slechtingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de slechtingv

  1. het afbreken van iets, iets met de grond gelijk maken
     „Voor alle krimpgebieden geldt dat er meer kwaliteit van leven ontstaat als mensen meer toegang hebben tot voorzieningen over de grens”, stellen de onderzoekers. Zuid-Limburg zou zelfs de potentie hebben om na Amsterdam de aantrekkelijkste woonregio van Nederland te worden. In het ongunstigste geval gaat de krimp in ieder geval minder snel. „Zelfs beperkte slechting van grensbarrières levert relatief veel op voor Nederland.”[2]
  2. het stoppen van een conflict
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

65 % van de Nederlanders;
49 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Neline Boogert
    “Meer grensverkeer moet krimp keren” (16-05-2015), Reformatorisch Dagblad
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be