• op·rich·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
oprichten
richtte op
opgericht
zwak -t volledig

oprichten

  1. overgankelijk in verticale stand brengen
    • De vraag hoe in het Oude Egypte de obelisken opgericht werden, heeft al tot de vorming van veel theorieën geleid. 
  2. overgankelijk een instelling in het leven roepen
    • De vereniging werd vorig jaar opgericht. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be