opgericht
- op·ge·richt
- vervoeging van oprichten: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van op bw en gericht ww
vervoeging van: | oprichten… |
verbogen vorm: | opgerichte |
opgericht
- voltooid deelwoord van oprichten
stellend | |
---|---|
onverbogen | opgericht |
verbogen | opgerichte |
opgericht
- begonnen, gestart
- De pas opgerichte voetbalvereniging kreeg direct al veel leden.
- rechtop gezet, overeind gekomen
- Het recent opgerichte standbeeld is een blikvanger op het plein.
- Het woord opgericht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.