Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·ge·rich·te
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: oprichten…
verbogen vorm: opgerichtee

opgerichte

  1. verbogen vorm van opgericht, voltooid deelwoord van oprichten

Bijvoeglijk naamwoord

opgerichte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van opgericht

Gangbaarheid