Nederlands

 
Een kanarie in Gran Canaria, Spanje
Een zingende kanarie
Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·na·rie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kanarie kanaries
verkleinwoord kanarietje kanarietjes

Zelfstandig naamwoord

de kanariem

  1. (zangvogels) benaming voor vogels uit het geslacht Serinus  
    1. bepaald soort kleine vogel, Serinus canaria  
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1.1] de kanarie in de koolmijn
    degeen wiens lot een eerste aanwijzing is voor een naderend probleem op veel grotere schaal
  • [1] zo high als een kanarie
    heel erg onderinvloed zijn van drugs; zo stoned als een garnaal
•  Pas na vier dagen uitgebreid experimenteren begon ik het eindelijk door te krijgen en wandelde vervolgens zo high als een kanarie door de bergen. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen