kak
Niet te verwarren met: как |
- kak
- van Middelnederlands cac, in de betekenis van ‘drek’ voor het eerst aangetroffen in 1376 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kak | - |
verkleinwoord | kakje | kakjes |
de kak m
- (informeel) ontlasting [2]
- (figuurlijk), (informeel) arrogantie
- [1] racekak
- Kale/Kouwe kak
Gewichtig/deftig doen zonder dat het in feite echt iets voorstelt
vervoeging van |
---|
kakken |
kak
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kakken
- Ik kak.
- gebiedende wijs van kakken
- Kak!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kakken
- Kak je?
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als tussenwerpsel
kak
- (krachtterm) (verouderd) uitdrukking die verachting of ergernis uitdrukt
- Het woord kak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kak" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ kak op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "kak" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- kak
kak
- (familie), (verkorting) verkorte vorm van kakak (oudere broer/zus)
- kak
- Zelfstandig naamwoord: afkomstig van het Deense woord kag
Naar frequentie | 27645 |
---|
kak
- gebiedende wijs van kake
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | kak | kaken | kaker | kakene |
genitief | kaks | kakens | kakers | kakenes |
kak, m
- (juridisch) martelpaal (een paal om een misdadiger voor een openbare geseling aan te bevestigen)
- kak
- Zelfstandig naamwoord: afkomstig van het Deense woord kag
kak
- gebiedende wijs van kaka
kak
- gebiedende wijs van kake
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | kak | kaken | kakar | kakane |
kak, m
- (juridisch) martelpaal (een paal om een misdadiger voor een openbare geseling aan te bevestigen)