aba

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aba    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• aba

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Engels

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aba	aba's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aba m

1. afkorting van algemene bacheloropleiding

de aba v / m

1. een grove wollenstof

Gangbaarheid

• Het woord aba staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Atayal

Zelfstandig naamwoord

aba

1. vader; mannelijke ouder

Synoniemen

• yava
• yaba

Gotisch

Zelfstandig naamwoord

aba

1. (palindroom) echtgenoot

Schrijfwijzen

• 𐌰𐌱𐌰

Slowaaks

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Arabisch.

Zelfstandig naamwoord

aba v

1. (kleding) aba

Synoniemen

• abája v

Hyperoniemen

• plášť

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /aba/

Woordafbreking

• a·ba

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Arabisch

Zelfstandig naamwoord

aba v

1. (kleding)(palindroom) aba

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	aba	aby
genitief	aby	ab
datief	abě	abám
accusatief	abu	aby
vocatief	abo	aby
locatief	abě	abách
instrumentalis	abou	abami

Synoniemen

• abája v

Hyperoniemen

• plášť monbezield

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)

Twi

Uitspraak

• Geluid:  aba    (hulp, bestand)

Zelfstandig naamwoord

aba

1. zaad

Xhosa

persoon	vnw.	ondw.	voorw.	kl.	vnw.	ondw.	voorw.	kl.
eerste	mna	ndi-	-ndi-		thina	si-	-si-
tweede	wena	u-	-ku-		nian	ni-	-ni-
derde	lo	u-	-m-	1	aba	ba-	-ba-	2
	lo	u-	-wu-	3	le	i-	-yi-	4
	eli	li-	-li-	5	la	a-	-wa-	6
	esi	si-	-si-	7	ezi	zi-	-zi-	8
	le	i-	-yi-	9	ezi	zi-	-zi-	10
	olu	lu-	-lu-	11
	obu	bu-	-bu-	14
	oku	ku-	-ku-	15

Persoonlijk voornaamwoord

aba 2

1. zij, deze