Siberische tijger
- (IPA in voorbereiding)
- Si·be·ri·sche tij·ger
- verbinding van Siberische en tijger
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Siberische tijger | Siberische tijgers |
verkleinwoord | Siberisch tijgertje | Siberische tijgertjes |
de Siberische tijger m
- (roofdieren) bepaald zoogdier, Panthera tigris altaica , een zeer zeldzame ondersoort van de tijger en de grootste van de katachtigen
- Afrikaanse goudkat
- Afrikaanse luipaard
- Afrikaanse wilde kat
- amoertijgerkat
- amoerpanter
- Anatolische luipaard
- Arabische luipaard
- Aziatische goudkat
- Balinese tijger
- balkanlynx
- Bengaalse tijger
- Bengaalse tijgerkat
- berberleeuw
- bergkat
- borneogoudkat
- Borneose nevelpanter
- Canadese lynx
- caracal
- cheeta
- Chinese bergkat
- Chinese tijger
- colocolokat
- cougar
- Euraziatische lynx
- Europese leeuw
- Europese wilde kat
- floridapanter
- genet
- geoffroykat
- holenleeuw
- huiskat
- hyena
- Indische panter
- iriomotekat
- jachtluipaard
- jaguar
- jaguarundi
- Javaanse panter
- Javaanse tijger
- Kaapse leeuw
- Kaspische tijger
- kat
- leeuw
- los
- luipaard
- lynx
- lynxen
- Maleise tijger
- manoel
- margay
- marmerkat
- Mesopotamische leeuw
- moeraskat
- nachtkat
- nevelpanter
- Noord-Chinese panter
- Noord-Indochinese tijger
- ocelot
- pampakat
- pantanalkat
- panter
- pardelkatten
- pardellynx
- Perzische leeuw
- Perzische panter
- platkopkat
- poema
- rode lynx
- roestkat
- sabeltandkatten
- serval
- sneeuwluipaard
- sneeuwpanter
- Sri Lankaanse panter
- Sumatraanse tijger
- tijger
- tijgerkat
- vissende kat
- wilde kat
- woestijnkat
- zanzibarluipaard
- zwartvoetkat +
1. bepaald zoogdier, Santhera tigris altaica
- Het woord Siberische tijger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.