Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • nacht·kat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nachtkat nachtkatten
verkleinwoord nachtkatje nachtkatjes

Zelfstandig naamwoord

de nachtkatv / m

  1. (roofdieren) bepaald soort zoogdier, Leopardus guigna  , een schuwe katachtige uit Chili en Argentinië
    Dit is de kleinste Zuid-Amerikaanse katachtige. Hij is nauw verwant aan de geoffroykat, en de twee soorten worden van elkaar gescheiden door de Andes
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie