Nederlands

 
Liggende Kaapse leeuw
(ca.1648/50), Rembrandt van Rijn, Louvre
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • Kaap·se leeuw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Kaapse leeuw Kaapse leeuwen
verkleinwoord Kaaps leeuwtje Kaapse leeuwtjes

Zelfstandig naamwoord

de Kaapse leeuwm

  1. (roofdieren) bepaald soort zoogdier, Panthera leo melanochaitus  , een ondersoort van de leeuw die vroeger voorkwam in Zuid-Afrika van de Kaapprovincie tot Natal
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie