Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • pam·pa·kat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pampakat pampakatten
verkleinwoord pampakatje pampakatjes

Zelfstandig naamwoord

de pampakatv / m

  1. (roofdieren) bepaald soort zoogdier, Leopardus pajeros  , een kleine gestreepte katachtige uit de pampa's en de gebieden er dicht tegenaan van Ecuador en Chili door de Andes richting Argentinië
    Men vermoedt dat het een nachtelijke jager is, met als voornaamste prooidieren vogels en kleine zoogdieren.
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie