winterkoning
- Geluid: winterkoning (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɪntərˌkonɪŋ / (4 lettergrepen)
- win·ter·ko·ning
- van Middelnederlands winterconinc, in de betekenis zangvogel aangetroffen vanaf 1477; op te vatten als samenstelling van winter zn en koning zn , een verwijzing naar een oude fabel De koning der vogels [1] [2] [3] [4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | winterkoning | winterkoningen |
verkleinwoord | winterkoninkje | winterkoninkjes |
de winterkoning m
- (zangvogels) klein gedrongen vogeltje met opgewipt staartje, Troglodytes troglodytes
- ▸ Lyrisch verhaalt Moss over het bijzondere, bolvormige nest van de winterkoning en over zijn grote eetlust (de vogel eet per dag tot de helft van zijn eigen lichaamsgewicht – „voor een volwassen man het equivalent van dagelijks 100 tot 200 Big Macs”).[5]
- acaciawinterkoning, amazonewinterkoning, Amerikaanse rotswinterkoning, andeswinterkoning, antioquiawinterkoning, Apolinars winterkoning, bergwinterkoning, Bewicks winterkoning, boswinterkoning, Browns winterkoning, bruinborstwinterkoning, cactuswinterkoning, carolinawinterkoning, clarionwinterkoning, Cobbs winterkoning, corayawinterkoning, dunsnavelwinterkoning, fluitwinterkoning, gevlekte winterkoning, graswinterkoning, grijsbandwinterkoning, grijsrugwinterkoning, grijze boswinterkoning, grijze winterkoning, guarayoswinterkoning, harlekijnwinterkoning, humboldtwinterkoning, incawinterkoning, kastanjewinterkoning, kloofwinterkoning, knevelwinterkoning, langsnavelwinterkoning, lijsterwinterkoning, marañonwinterkoning, moeraswinterkoning, munchiqueboswinterkoning, nachtegaalwinterkoning, navawinterkoning, Niceforo's winterkoning, noordelijke huiswinterkoning, noordelijke nachtegaalwinterkoning, oeverwinterkoning, Oost-Amerikaanse winterkoning, orpheuswinterkoning, Pacifische orpheuswinterkoning, Pacifische winterkoning, panamawinterkoning, Panamese bergwinterkoning, paramowinterkoning, Peruaanse boswinterkoning, reuzenwinterkoning, roetkopwinterkoning, rood-witte winterkoning, roodborstwinterkoning, roodbrauwwinterkoning, roodrugwinterkoning, rossige winterkoning, rotswinterkoning, santa-martaboswinterkoning, santamartawinterkoning, Sclaters winterkoning, sepiabruine winterkoning, Sharpes winterkoning, sinaloawinterkoning, socorrowinterkoning, sonorawinterkoning, stephensislandwinterkoning, streepborstwinterkoning, streepkeelwinterkoning, streeprugwinterkoning, struikwinterkoning, tepuiwinterkoning, tijgerwinterkoning, tweekleurige winterkoning, vale winterkoning, veracruzwinterkoning, vlekborstwinterkoning, vosbruine winterkoning, wenkbrauwwinterkoning, witbandwinterkoning, witbuikwinterkoning, witkopwinterkoning, witoorwinterkoning, yucatanwinterkoning, zapatawinterkoning, zebrawinterkoning, zeggewinterkoning, Zeledons winterkoning, zwartbuikwinterkoning, zwartkeelwinterkoning
- Indien winterkoning wordt beschouwd als individu van de familie of andere groep winterkoningen zie dan Hyponiemen winterkoningen
- In het spraakgebruik is het verkleinwoord "winterkoninkje" de gangbare vorm.
1. klein gedrongen vogeltje met opgewipt staartje, Troglodytes troglodytes
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord winterkoning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ winterkoning op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "winterkoning" in: Sijs, N. van derChronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3; p. winterkoninkje
- ↑ Weblink bron “Koning der vogels” op verhalenbank.nl
- ↑ Weblink bron Gemma Venhuizen“Sluwe koning der vogels speelde vals” (27 maart 2020) op nrc.nl