boswinterkoning
- (IPA in voorbereiding)
- bos·win·ter·ko·ning
- samenstelling van bos zn en winterkoning zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boswinterkoning | boswinterkoningen |
verkleinwoord | boswinterkoninkje | boswinterkoninkjes |
de boswinterkoning m
- (zangvogels) Henicorhina leucosticta een zangvogel uit de familie Troglodytidae (winterkoningen). Deze soort telt 13 ondersoorten
- grijze boswinterkoning, munchiqueboswinterkoning, Peruaanse boswinterkoning, santa-martaboswinterkoning
- Het woord 'boswinterkoning' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.