moeraswinterkoning

 
  • (IPA in voorbereiding)
  • moe·ras·win·ter·ko·ning
enkelvoud meervoud
naamwoord moeraswinterkoning moeraswinterkoningen
verkleinwoord moeraswinterkoninkje moeraswinterkoninkjes

de moeraswinterkoningm

  1. (zangvogels) Cistothorus palustris   een kleine zangvogel uit het geslacht Cistothorus  . De soort komt voornamelijk voor in Noord-Amerika. De mannetjes hebben een bruine bovenkant met lichtbruine onderbuik en flanken, en een witte keel en borst. De rug is zwart met witte strepen. Ze hebben een korte, dunne snavel