witbuikwinterkoning
- (IPA in voorbereiding)
- wit·buik·win·ter·ko·ning
- samenstellende samenstelling van wit bn, buik zn en winterkoning zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | witbuikwinterkoning | witbuikwinterkoningen |
verkleinwoord | witbuikwinterkoninkje | witbuikwinterkoninkjes |
de witbuikwinterkoning m
- (zangvogels) Uropsila leucogastra een zangvogel uit de familie Troglodytidae (winterkoningen). Deze soort telt 6 ondersoorten
- Het woord 'witbuikwinterkoning' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.