grijsbandwinterkoning
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- grijs·band·win·ter·ko·ning
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende samenstelling van grijs bn, band zn en winterkoning zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grijsbandwinterkoning | grijsbandwinterkoningen |
verkleinwoord | grijsbandwinterkoninkje | grijsbandwinterkoninkjes |
Zelfstandig naamwoord
de grijsbandwinterkoning m
- (zangvogels) Campylorhynchus megalopterus een zangvogel uit de familie Troglodytidae (winterkoningen). Deze soort is endemisch in Mexico en telt 2 ondersoorten
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'grijsbandwinterkoning' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.