Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • win·ter·ko·nin·kje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het winterkoninkjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord winterkoning
Opmerkingen
  • In het alledaagse spraakgebruik is dit verkleinwoord de meest gangbare naam.

Verwijzingen