Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • straight
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen straight straighter straightst
verbogen straighte straightere straightste
partitief straights straighters -

Bijvoeglijk naamwoord

straight

  1. duidelijk, zonder vaagheid die een opvatting aanvaardbaarder laat klinken, maar ook zonder overdrijving
    • "Aan de ene kant vind ik het onprofessioneel omdat de aanvoerder een voorbeeldfunctie heeft", aldus Koeman. "Aan de andere kant is hij heel straight geweest door dit openlijk zo aan te geven. Maar een voetballer moet altijd willen spelen." [5]
  2. (seksualiteit) gericht zijn op personen van het andere geslacht (meestal gebruikt voor mannen die op vrouwen vallen)
    • Maar Jong & Gay geeft ook ruimte aan ingewikkelde verhalen. Zoals dat van de zeventienjarige Youss, die na zijn coming-out door zijn grootouders een jaar naar therapie werd gestuurd om te genezen van ‘deze ziekte’. Als Youss mocht kiezen, was hij liever straight geweest. [6]
  3. zonder krullen (van haar op het hoofd)
    • Als ze zingt, danst haar bos afrokrullen om haar hoofd. Bij elk familiebezoek kreeg ze te horen: ‘Oké meid, we gaan iets met je haar doen.’ "Iedereen maakt het daar straight, of met vlechten. Het idee heerst dat natural hair wild is, onverzorgd. Het is een sterk schoonheidsideaal dat te maken heeft met kolonialisme." [7]
Synoniemen
enkelvoud meervoud
naamwoord straight -
verkleinwoord - -

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

Zelfstandig naamwoord

straight m / v

  1. (cosmetica) chemisch middel om het haar sluik te maken
    • Wat was glad haar lekker met een potje dat wij kochten. Dat noemen wij straight. Het woord zegt het al. Daarmee kon jij je haren in een oogwenk van kroes omtoveren tot glad haar. Nu is kenbaar gemaakt dat die straight helemaal niet zo goed is voor je haren en hoofdhuid. Jouw eigen haar raakt er alleen maar beschadigd van. Sindsdien zie je een andere trend ontstaan, nl. dat men dat potje straight laat voor wat het is en teruggaat naar het haar dat je hebt meegekregen. [8]
  2. (muziek) (verouderd) genre in de jazz waarbij weinig wordt geïmproviseerd en het vooral om de swing gaat
    • Alle jazz, zoowel hot als straight, bevat een deel improvisatie; wanneer bij straight echter de improvisatie enkel toegelaten is in beperkte mate en voorbehouden blijft aan de meest begaafde uitvoerders, is bij hot improvisatie de hoofdzaak. [9]

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[10]

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
straight straighter straightest

Bijvoeglijk naamwoord

straight

  1. recht, niet gebogen
  2. (figuurlijk) eerlijk
  3. (figuurlijk) in directe, onomwonden bewoordingen
  4. (figuurlijk) zich onthoudend van alcohol of van andere verslavende middelen
  5. (figuurlijk) (sport) hebbende een ononderbroken rij van gewonnen wedstrijden of partijen
  6. (figuurlijk) (politiek) (VS) zijnde kritiekloos trouw aan een politieke partij (Democratisch of Republikeins)
  7. (figuurlijk) (beroep) zijnde de aangever in een komisch duo
  8. (figuurlijk) (informeel) heteroseksueel
Antoniemen

Zelfstandig naamwoord

  1. iets dat recht en niet gebogen is
  2. (figuurlijk) (spreektaal) een heteroseksuele persoon
  3. (kaartspel) een pokerhand van vijf opeenvolgende kaarten
  4. (figuurlijk) (spreektaal) een sigaret uitsluitend gerold met tabak (zonder marijuana)

Werkwoord

  1. recht maken
Synoniemen

Verwijzingen

  1.   Weblink bron straight in: Oxford English Dictionary, second edition (1989) op oed.com (achter een betaalmuur)