• he·te·ro·sek·su·eel
enkelvoud meervoud
naamwoord heteroseksueel heteroseksuelen
verkleinwoord - -

de heteroseksueelm

  1. (seksualiteit) man met seksuele voorkeur voor vrouwen of een vrouw met seksuele voorkeur voor mannen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen heteroseksueel heteroseksueler heteroseksueelst
verbogen heteroseksuele heteroseksuelere heteroseksueelste
partitief heteroseksueels heteroseksuelers -

heteroseksueel

  1. gericht op het andere geslacht of betrekking hebbend op liefde voor mensen met een ander geslacht
98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]