ribonucleïnezuur

  • ri·bo·nu·cle·i·ne·zuur
enkelvoud meervoud
naamwoord ribonucleïnezuur ribonucleïnezuren
verkleinwoord ribonucleïnezuurtje ribonucleïnezuurtjes

het ribonucleïnezuuro

  1. (biochemie) ribose bevattend nucleïnezuur, één van drie macromoleculen die essentieel zijn voor alle bekende levensvormen
67 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be