DNA
- DNA
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘hoofdbestanddeel van de chromosomen’ voor het eerst aangetroffen in 1968 [1]
- De Engelse afkorting voor desoxyribonucleic acid.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | DNA | - |
verkleinwoord | - | - |
het DNA o
- (initiaalwoord), (afkorting) (biochemie) (genetica) de afkorting voor desoxyribonucleic acid (desoxyribonucleïnezuur), een hoogmoleculaire verbinding als basis van de genen en chromosomen
- Het DNA van de verdachte werd vergeleken met het DNA van het gevonden haar, maar ze bleken niet identiek.
- (afkorting) de afkorting voor De Nationale Assemblée, het parlement van Suriname
1. de afkorting van desoxyribonucleic acid (desoxyribonucleïnezuur)
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord DNA staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- De Engelse afkorting voor desoxyribonucleic acid (in het Duits Desoxyribonukleinsäure).
DNA v
enkelvoud | meervoud |
---|---|
DNA | - |
DNA
- De Engelse afkorting voor desoxyribonucleic acid (in het Indonesisch asam deoksiribonukleat).
DNA
- IPA: /ˌdi.ɛn.ne.ˈa/
- De Engelse afkorting voor desoxyribonucleic acid (in het Italiaans acido desossiribonucleico of acido deossiribonucleico).
enkelvoud | meervoud |
---|---|
DNA | - |
DNA m
- De Engelse afkorting voor desoxyribonucleic acid (in het Maleis asid deoksiribonukleik).
DNA
- Een afkorting van deoksiribonükleik asit, naar het voorbeeld van het Engelse DNA.
DNA