• neus·hoorn
enkelvoud meervoud
naamwoord neushoorn neushoorns
neushoornen
verkleinwoord neushoorntje neushoorntjes

de neushoornm

  1. (onevenhoevigen) een groot en zwaar zoogdier uit de familie van de Rhinocerotidae   dat in Afrika en Azië leeft en gekenmerkt wordt door de hoorn op zijn kop
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]


neushoorn

  1. (onevenhoevigen) neushoorn; een groot en zwaar zoogdier dat in Afrika en Azië leeft en gekenmerkt wordt door de hoorn op zijn kop


neushoorn

  1. (onevenhoevigen) neushoorn; een groot en zwaar zoogdier dat in Afrika en Azië leeft en gekenmerkt wordt door de hoorn op zijn kop