Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Tapir


 
tapir
  • ta·pir
enkelvoud meervoud
naamwoord tapir tapirs
verkleinwoord tapirtje tapirtjes

de tapirm

  1. (onevenhoevigen) hoefdier, zo groot als een ezel en met een kleine beweeglijke slurf dat voorkomt in Zuid-Amerika en Zuidoost-Azië; naam voor soorten uit de familie Tapiridae  
    • Met hun slurf kunnen tapirs twijgen van bomen en struiken rissen. 
83 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[2]


  • ta·pir
enkelvoud meervoud
naamwoord tapir tapirs

tapir

  1. (onevenhoevigen) tapir


tapir m

  1. (onevenhoevigen) tapir


  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA:
    • (VK) /ˈteɪ.pə(ɹ)/
    • (VS) /ˈteɪ.pəɹ/
  • ta·pir
enkelvoud meervoud
tapir tapirs

tapir

  1. (onevenhoevigen) tapir


enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  tapir     le tapir     tapirs     les tapirs  

tapir m

  1. (onevenhoevigen) tapir


  • ta·pir

tapir

  1. (onevenhoevigen) tapir


enkelvoud meervoud
tapir tapires

tapir m

  1. (onevenhoevigen) tapir