tapirs
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- ta·pirs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tapirs | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de tapirs mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord tapir
- meervoudsvorm als officiële benaming (onevenhoevigen) Tapiridae een familie van de onevenhoevigen die alleen nog voorkomt in Zuidoost-Azië en Zuid- en Midden-Amerika. Er zijn echter fossielen bekend van over de hele wereld. Jonge tapirs zijn gestreept, pas op latere leeftijd kleuren ze donkerbruin, waarbij de Indische soort een witte achterkant krijgt
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord tapirs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.