Een koala
  • ko·a·la
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘buideldier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1909 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord koala koala's
verkleinwoord koalaatje koalaatjes
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]