kerriepoeder
  • ker·rie
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘specerij, daarmee gekruid gerecht’ voor het eerst aangetroffen in 1724 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kerrie kerries
verkleinwoord

de kerriem

  1. (specerij) in de keuken gebruikt mengsel van specerijen
    (wikidata: kerrie  )

kerriepoeder

99 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[3]