handvat
- hand·vat
- samenstelling van hand en vat
[1]* | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | handvat | handvatten |
verkleinwoord | handvatje | handvatjes |
[2] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | handvat | handvaten |
verkleinwoord | handvaatje | handvaatjes |
het handvat o
- deel van een voorwerp dat bedoeld is om het kan verplaatsen, optillen of anderszins hanteren gemakkelijker te maken
- Het handvat was afgebroken.
- (figuurlijk) geschikt onderdeel om een geheel te kunnen beheersen of als vertrekpunt voor een actie die op een geheel betrekking heeft
- ▸ Als een Marokkaanse weduwe - wonende in Nederland - naar de rechter stapte omdat zij geen genoegen nam met een achtste deel van de erfenis, waren er maar weinig internationale regels die een handvat boden. Het gevolg was dat uitspraken in kwesties als deze niet eensluidend waren.[3]
- ▸ Vaak zijn mijn titels beschrijvend. Een titel is een handvat voor de kijker om het beeld te snappen.[4]
- (figuurlijk) praktische inleiding
- ▸ Zijn „Footsteps” leert je letterlijk in andermans schoenen te staan. Zeer goed handvat voor biografen en life writers.[5]
- (straattaal) (seksualiteit) mannelijk geslachtsdeel
- ▸ ‘Geef mij maar een vrouw met een handvat,’ zong de zeeman voor zich heen.[6]
- (verouderd) lampetkan, kan met water om de handen te wassen
- [1] handgreep
- [2] aangrijpingspunt
- [4] lul, pik
- In de praktijk wordt de verbuiging van [5] ook vaak gebruikt voor [1]-[4]. In de ogen van de Taalunie en Onze Taal komt dit al zo lang en zo veel voor, dat het correct taalgebruik is geworden; gelet op de Woordenlijst Nederlandse Taal de Algemene Nederlandse Spraakkunst en VRT Taalnet hechten sommige taalgebruikers wel aan het onderscheid.
1.
- Het woord handvat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "handvat" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[9] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Immigranten” (19 april 2001) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Bianca Stigter“Carel Visser over god, toeval, Rietveld en Brancusi” (17 juni 1994) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Annette de BruijnDe kunst van de biografie: tussen literatuur en wetenschap : Vier biografen aan het woord over opvattingen, bronnen, valkuilen en zonden in: Literatuur zonder leeftijd., 102 jrg. 31 nr. 1 (2017), IBBY-Nederland, Amsterdam, p. 19
- ↑ Weblink bron Simon Carmiggelt“Mag 't een ietsje meer zijn.”, 2de druk (1983), De Arbeiderspers, Amsterdam, ISBN 9029510943, p. 128 op nrc.nl
- ↑ Alkemade, K. van en P. van der SchellingNederlands displegtigheden, vertoonende de plegtige gebruiken aan den dis (...) Deel 1 (1732) P. Losel, Rotterdam; p. 542; geraadpleegd 2015-02-12
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be