handle

Engels

Uitspraak

• Geluid:  handle (VS)    (hulp, bestand)

enkelvoud	meervoud
handle	handles

Zelfstandig naamwoord

handle

1. handvat, knop

vervoeging
onbepaalde wijs	to  handle
he/she/it	handles
verleden tijd	handled
voltooid deelwoord	handled
onvoltooid deelwoord	handling
gebiedende wijs	handle

Werkwoord

handle

1. hanteren, aanpakken, met iets omgaan

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˈhɑndlə/

Woordafbreking

• hand·le

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord handla, dat van het Duitse werkwoord handeln komt.

vervoeging
onbepaalde wijs	handle
tegenwoordige tijd	handler
verleden tijd	handlet handla
voltooid deelwoord	handlet handla
onvoltooid deelwoord	handlende
lijdende vorm	handles
gebiedende wijs	handl handle
vervoegingsklasse	Klasse 1 zwak
opmerking

Werkwoord

handle

1. onovergankelijk kopen
2. onovergankelijk inkopen, boodschappen doen
3. overgankelijk shoppen, winkelen, boodschappen doen
4. overgankelijk handelen, handel drijven (als beroep)
5. overgankelijk handelen, te werk gaan
6. overgankelijk gaan om, gaan over

Synoniemen

• [1]: kjøpe
• [2]: gjøre innkjøp
• [4]: drive handel
• [6]: dreie seg om
• [6]: ha som emne
• [6]: ha som innhold
• [6]: ha som tema

Afgeleide begrippen

   

antikrympbehandle antikrøllbehandle antirefleksbehandle antirustbehandle antistatbehandle behandle databehandle detaljbehandle etterbehandle feilbehandle ferdigbehandle ferdigforhandle forhandle forskjellsbehandle gruppebehandle handle inn handle med [6]: handle om handle seg handle til hestehandle

ionebehandle komitébehandle legebehandle mishandle omhandle realitetsbehandle reforhandle rustbehandle skiftebehandle sluttbehandle spesialbehandle styrebehandle særbehandle tollbehandle tvangsbehandle underhandle understellsbehandle varmebehandle videreforhandle væskebehandle

Typische woordcombinaties

   

[1]: gå ut og handle litt uitgaan en wat kopen [1]: handle mat voedsel kopen [2]: handle hos kjøpmannen på hjørnet inkopen bij de handelaar op de hoek [3]: handle til jul (handle inn til jul) winkelen voor de kerst shoppen voor de kerst [4]: firmaet handler på utlandet de bedrijf handelt in het buitenland

[4]: handle en gros handelen als groothandelaar [4]: handle i stort og smått handelen in 't groot en in 't klein [4]: handle med dagligvarer handelen met dagelijkse goederen [5]: handle raskt snel handelen

Uitdrukkingen en gezegden

• [5]: handle som i ørske

handelen als in trance

• [5]: ikke bare snakke, men handle

niet alleen praten, maar handelen

Werkwoord

handle

1. gebiedende wijs van handle

Schrijfwijzen

• handl

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˈhɑndlə/

Woordafbreking

• hand·le

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord handla, dat van het Duitse werkwoord handeln komt.

vervoeging
onbepaalde wijs	handle handla
tegenwoordige tijd	handlar
verleden tijd	handla
voltooid deelwoord	handla
onvoltooid deelwoord	handlande
lijdende vorm	handlast
gebiedende wijs	handl handla handle
vervoegingsklasse	Klasse 1 zwak
opmerking

Werkwoord

handle

1. onovergankelijk kopen
2. onovergankelijk inkopen, boodschappen doen
3. overgankelijk shoppen, winkelen, boodschappen doen
4. overgankelijk handelen, handel drijven (als beroep)
5. overgankelijk handelen, te werk gaan
6. overgankelijk gaan om, gaan over

Synoniemen

• [1]: kjøpe
• [1]: vere kunde hos
• [2]: gjere innkjøp
• [2]: gå til innkjøp av
• [4]: drive handel
• [5]: virke
• [6]: dreie seg om
• [6]: ha til emne
• [6]: ha til innhold

Afgeleide begrippen

   

antikrympebehandle antirefleksbehandle antirustbehandle antistatbehandle behandle databehandle forhandle*handle inn handle med [6]: handle om handle seg

handle til kastehandle mishandle omhandle plenarbehandle realitetsbehandle reforhandle rustbehandle sjokkbehandle understellsbehandle

Typische woordcombinaties

   

[1]: gå ut og handle uitgaan en kopen [1]: handle skor / bil schoenen / een auto kopen [1]: handle til seg noko voor zichzelf iets kopen [2]: handle hos kjøpmannen på hjørnet inkopen bij de handelaar op de hoek [2]: vere ute og handle naar buiten zijn en inkopen [3]: handle til helga winkelen dit weekend [4]: handle en gros handelen als groothandelaar

[4]: handle i stort og smått handelen in 't groot en in 't klein [4]: handle med kol og koks handelen in kolen en cokes [4]: handle med svenskane met de Zweden handelen [4]: handle på utlandet in het buitenland handelen [5]: handle fort / snøgt snel handelen [5]: handle tankelaust gedachteloos handelen

Uitdrukkingen en gezegden

• [5]: ikkje berre tale, men handle

niet alleen praten, maar handelen

Werkwoord

handle

1. gebiedende wijs van handla

Schrijfwijzen

• handl
• handla

Werkwoord

handle

1. gebiedende wijs van handle

Schrijfwijzen

• handl
• handla