ges
- ges
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ges | gessen |
verkleinwoord | gesje | gesjes |
- (muziek) een met een halve toon verlaagde toon "g"
- De toon “ges” klinkt in de getempereerde stemming, gelijk aan de toon “fis”.
- (muziek) de grondtoon (tonica) van de “ges-mineurtoonladder”, een toonladder met negen mollen als voortekens, tevens een korte aanduiding van die toonladder
- Een muziekstuk in ges wordt daargaans genoteerd in het gelijkklinkende fis-mineur dat slechts drie kruisen als voortekens heeft.
- (muziek) de grondtoon van het “ges-mineurakkoord”, de kleine drieklank op de eerste trap (tonica-akkoord) van de kleinetertstoonladder op die toon
- De drie tonen van het ges-mineurakkoord (symbool: G♭m) in grondligging, zijn: ges - beses - des.
- [1] gis
- [2] ges-kleinetertstoonladder, ges-klein, ges-mineurtoonladder, ges-mineur
- [3] ges-klein, ges-kleinakkoord, ges-mineur, ges-mineurakkoord, G♭m
- [1] Ges, Gis
- [2] Ges, Gs-groot, Gs-majeur, Gs-grotetertstoonladder
- [3] Ges, Gs-groot, Gs-majeurakkoord, G♭
2. ges-kleinetertstoonladder
3. ges-mineurgrondakkoord
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ges | gesser | gest |
verbogen | gesse | gessere | geste |
partitief | ges | gessers | - |
ges [1]
- Het woord ges staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ges" herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
17 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- ges
ges o
- (muziek) de toon ”ges”
- (muziek) ges: korte aanduiding van de toonaard “ges-mineur”
- «Eine Sonate in ges.»
- Een sonate in ges kleine terts.
- «Eine Sonate in ges.»
- [2] Ges, Ges-Dur, Ges-Dur-Tonleiter
Naar frequentie | 7838 |
---|
ges
- onbepaalde wijs lijdende vorm van ge
ges
- tegenwoordige tijd aantonende wijs lijdende vorm van ges
ges
- tegenwoordige tijd aantonende wijs lijdende vorm van givas