Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ges·se

Bijvoeglijk naamwoord

gesse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van ges


Frans

 
gesse
Uitspraak
Woordafbreking
  • gesse
Woordherkomst en -opbouw
  • Mogelijk een verbasterde vorm van de Latijnse benaming (faba) Aegyptia “Egyptische boon”, ook aangetroffen in het Oudoccitaans (Oudprovençaals) gieissa. [1]
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  gesse     la gesse     gesses     les gesses  

Zelfstandig naamwoord

gesse v

  1. (plantkunde) Lathyrus   een vlinderbloemachtige, peuldragende plant
  2. (landbouw) pronkerwt, Lathyrus sativus  

Verwijzingen


Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • ges·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Pennsylvania-Duitse werkwoordsvorm met het voorvoegsel g-

Werkwoord

gesse

  1. voltooid (verleden) deelwoord van esse [1]
Opmerkingen

Werkwoord

hab gesse

  1. eerste persoon enkelvoud voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van esse [1]
    «Ich hab schunn viel weisse Schparregraas in Deitschland gesse un ich kann ehrlich saage ass es arrig gut iss.»
    Ik heb al veel witte asperges in Duitsland gegeten en ik kan eerlijk zeggen dat het zeer goed is.

Werkwoord

hen gesse

  1. eerste persoon meervoud voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van esse [1]
    «Mir hen viel gesse, gedrunke un viel Kaarde gschpielt.»
    We hebben veel gegeten, gedronken en kaarten gespeeld.

Verwijzingen

  1. 1,0 1,1 1,2 Het voltooid deelwoord gesse wordt gecombineerd met een persoonsvorm van het hulpwerkwoord hawwe.